‘Ik ben geboren in Suriname. Toen ik een paar maanden was, vertrok mijn vader naar Nederland. Toen ik 6 jaar was ben ik naar Nederland gegaan om bij mijn vader te wonen. Hij had inmiddels een andere vrouw. Ik kon niet zo goed met haar, waardoor er veel ruzies waren. Na de zoveelste ruzie ben ik opgestapt. Een onrustige periode brak aan. Ik had geen vast adres en sliep bij vrienden en bij m’n broer in Amsterdam.
Rond m’n 20e kwam ik in Almere, via via kreeg ik een eigen appartementje met begeleiding aan huis. Zo kwam ik in contact met het Straathoekwerk. Ik krijg nu een half jaar begeleiding én bokstraining en heb geleerd om beter voor mezelf te zorgen en mijn grenzen aan te geven.
Ik voel me sterker, ben minder verlegen en de mensen om me heen zeggen dat ik ben opgebloeid. Ik houd contact met de straathoekwerkers. Ik kom graag terug om een potje te boksen. Voor de gezelligheid, maar vooral ook om m’n kop leeg te maken.’