Onrust typeert haar jeugd. Ze groeit op zonder vader, verhuist van hot naar her. Op 13-jarige leeftijd verhuist ze met haar moeder, broertje en zus naar Rotterdam en in de jaren die volgen hebben ze verschillende woonadressen. Haar moeder werkt veel en is daardoor bijna nooit thuis. Dit zorgt voor een onstabiele thuissituatie, waardoor Madeline al jong in de problemen komt.
‘Ik kreeg last van psychische problemen. Mijn situatie verergerde. Ik had geen legitimatie en geen vast verblijfadres. Problemen waren er, maar ik had geen idee waar ik naar toe moest. Tot ik bij Ontmoeting mijn verhaal deed. Het gaat nu goed, maar zonder hulp was dat niet gelukt. De meeste mensen schamen zich om hulp te vragen, ik heb mijn masker afgezet en mijn verhaal verteld. Het kan iedereen overkomen, iedereen heeft hulp nodig. Het is niet erg om dat te vragen. Problemen zijn vaak sneller gemaakt dan opgelost, maar als je niet praat, kan niemand je helpen!’